Root Chakra versus JTI (gedragsvoorkeuren)

Stevig staan vanuit het rootchakra, vraagt om oké te zijn met alles dat je bent. Wanneer wij als ouders of onderwijsprofessional, kinderen op een zelfde manier benaderen, gaan wij voorbij aan de specifieke behoeften oftewel de uniekheid van ieder kind. Wij leren kinderen dan onbewust aan dat het niet goed is precies zoals het is. En dat is hét fundament waar je alles dat je in je leven tegenkomt en leert op bouwt. Inzicht in verschillende gedragsvoorkeuren van kinderen helpt om begrip te krijgen voor de uniekheid van het kind. Uniek zijn is niet per definitie altijd fijn en leuk. Het kan zomaar eens zijn dat jouw kind uniek is op een eigenschap of thema die jijzelf niet persé leuk of prettig vindt. Het is aan ons als ouders en onderwijsprofessionals om ook de minder fraaie kanten te accepteren. Zodat het kind gezien wordt om wie het is, zodat het vanuit die basis (het fundament) veilig kan ontwikkelen.

De JTI (Jungian Type Index

De JTI (Jungian Type Index) helpt mij als ouder en coach/onderwijsprofessional meer begrip te hebben voor onderlinge verschillen van kinderen (en volwassenen). De JTI is een methodiek die verschillen tussen mensen en dus ook kinderen op een positieve manier beschrijft aan de hand van voorkeuren. Je krijgt met behulp van de JTI inzicht in de manier waarop:
* kinderen (en mensen) communiceren;
* kinderen (en mensen) hun eigen batterij weer opladen;
* kinderen (en mensen) waarnemen en informatie tot zich nemen;
* kinderen (en mensen) hun beslissingen nemen;
* kinderen (en mensen) het leven organiseren (denk hierbij aan het maken van huiswerk, opruimen van hun kamer, manier waarop ze taken uitvoeren).

Een voorbeeld

Naud, ons jongste zoontje, is een doener en erg zintuigelijk ingesteld (Sensing). Hij leert door te ervaren, fouten te maken en te doen. Doordat ik dit weet reageer ik anders op situaties.

“Naud speelt met een kraaltje. Hij stopt dit in zijn mond. Ik benoem richting Naud dat het niet heel veilig is om het kraaltje in zijn mond te doen, want het kan zijn dat hij deze doorslikt. Naud gaat door en blijft met het kraaltje spelen. Totdat hij in huilen uitbarst. Het kraaltje is in zijn neus beland. Mijn eerste gedachten zijn: “Zie je nu Naud, ik heb toch gezegd dat…”. Maar omdat ik weet dat hij leert door te ervaren, te doen en door het maken van fouten, ga ik naast hem zitten. Ik haal de kraal op een rustige manier uit zijn neus en zeg nadien tegen hem. “Wauw, dat was even schrikken hè?” “Ja, diepe zucht”. Na even in stilte samen te zitten zeg ik: “Wat heb je hier nu van mogen leren?”. “Dat ik het niet in mijn neus moet stoppen.” “Precies, fijn dat je dat nu geleerd hebt en weet, mooi dat de kraal weer uit je neus is.”
Hij speelt vervolgens in alle rust verder.

Naud heeft geleerd van hetgeen dat hij doet en ik heb hem als ouder kunnen begeleiden passend bij wie hij is. Milan, mijn oudste zoontje, had ik in deze situatie op voorhand in alle rust bij mij genomen en met taal uitgelegd waarom hij de kraal beter niet in de mond behoort te stoppen. Hij had met zijn inbeeldingsvermogen al begrepen waarom dit niet handig is (iNtuition).

Kennis van de Jungiaanse psychologie en de gedragsvoorkeuren helpt jou om voorbij je eigen waarheid te kijken. Kennis en begrip voor de onderlinge verschillen van jezelf en je kind helpen jou om oké te zijn met wie jij bent en oké te zijn met wie je kind is. Het zorgt voor meer begrip en dus meer rust in jou begeleiding ten aanzien van het kind. Wil je meer weten over de basisprincipes vanuit de JTI, klik dan hier voor meer informatie. 

Liefs Anouk